Passend onderwijs
Alle leerlingen moeten een plek krijgen op een school die past bij hun kwaliteiten en hun mogelijkheden, het liefst op een reguliere school. De school moet alles in het werk stellen om leerlingen zo goed mogelijk te helpen. Ze bieden allerlei vormen van ondersteuning aan die leerlingen nodig hebben, ook aan leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen. Dit ‘onderwijs op maat’ staat beschreven in het schoolondersteuningsprofiel, dat iedere school moet hebben opgesteld. In dat profiel staat beschreven wat de school wel en niet aan ondersteuningsmogelijkheden heeft.
De school waar een leerling wordt aangemeld, heeft zorgplicht. De school is daarmee verantwoordelijk voor het vinden van een passende onderwijsplek. Dat hoeft niet per se de eigen school te zijn. Als de ondersteuningsbehoefte van de leerling heel specifiek is, kan worden doorverwezen naar een andere school of naar een andere vorm van onderwijs.
Alle scholen in een regio zijn verenigd in een samenwerkingsverband. In dit verband zitten niet alleen de scholen voor regulier onderwijs maar ook de scholen voor speciaal (basis) onderwijs. In het samenwerkingsverband worden afspraken gemaakt over het niveau van de basisondersteuning waar alle scholen aan moeten voldoen, de inrichting van speciale voorzieningen en de wijze waarop leerlingen verwezen kunnen worden naar speciale vormen van onderwijs. Een belangrijk doel is dat zoveel mogelijk Zaanse leerlingen kunnen worden opgevangen op Zaanse scholen. Alleen als het gaat om zeer gespecialiseerde voorzieningen, kan verwezen worden naar een school buiten het eigen samenwerkingsverband. Ons samenwerkingsverband heeft tot doel gesteld om 98% van de leerlingen op te vangen op een reguliere school. Het deelnamepercentage van het speciaal onderwijs schommelt rond de 1%, het speciaal basisonderwijs zit daar helaas boven en stijgt richting de 2%. Er moeten dan ook allerlei inspanningen worden verricht om dat percentage naar beneden te duwen.
Als het onderwijs niet passend is, kan ik het dan passend maken?